Op 1 januari 2025 is de handhavingspauze op schijnzelfstandigheid gestopt. De
brancheverenigingen Bovib, ABU, NBBU, RIM en VvDN merken veel verwarring over deze
beleidsverandering en het vraagstuk schijnzelfstandigheid. Opdrachtgevers en zelfstandigen
maken zich soms onterecht zorgen. In deze publicatie helpen we acht veelgehoorde
misverstanden de wereld uit. Als coalitie van brancheverenigingen hopen we hiermee bij te
dragen aan meer duidelijkheid en rust onder zelfstandigen, intermediairs en hun
opdrachtgevers.
Inspiratie
Advocaat Joost van Ladesteijn (Vertex Legal BV) publiceerde onlangs een reeks onterechte
aannames over de handhaving op schijnzelfstandigheid. Zijn lijst was een inspiratiebron voor
dit overzicht.
Dit artikel is ook beschikbaar als pdf.
1. Per 1 januari gaat de Belastingdienst weer handhaven op basis van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA)
Dit klopt niet, want ook in voorgaande jaren werd er al gehandhaafd.
Toelichting:
In afwachting van nieuwe, duidelijkere regels rondom werken met zzp’ers werd handhaving
op schijnzelfstandigheid in 2016 opgeschort. Tijdens dit handhavingsmoratorium vonden wel
controles plaats, maar zonder naheffing en boetes. Opdrachtgevers die ten onrechte zzp’ers
inhuurden, kregen ‘een aanwijzing’ om de werkwijze aan te passen. Pas als een
opdrachtgever deze aanwijzing niet opvolgde, was er sprake van ‘kwaadwillendheid’ en kon
hij een boete krijgen. Vanaf 1 januari 2025 kan de Belastingdienst weer direct
naheffingsaanslagen loonheffing en correctieverplichtingen voor de sociale premies
opleggen, zonder aanwijzing of waarschuwing vooraf.
De Belastingdienst controleert mede op basis van bestaande rechterlijke uitspraken. De
belangrijkste uitspraak komt van de Hoge Raad in de zaak van de maaltijdbezorgers van
platform Deliveroo. De Hoge Raad gaf daarbij een (niet-uitputtende) lijst criteria om te
bepalen of werk uitgevoerd kan worden ‘buiten dienstbetrekking’. Deze criteria gelden voor
alle vormen van inhuur van zelfstandigen.
2. Per 1 januari gaat de Belastingdienst handhaven op basis van de wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR)
Dit klopt niet, want VBAR is nog maar een concept wetsvoorstel.
Toelichting: Het wetsvoorstel VBAR is een voorstel van Karien van Gennip, de vorige
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Er zijn nog veel vragen en politieke
partijen hebben eerder stevige kritiek geuit op het concept. Het voorstel is nog niet ingediend
bij de Tweede Kamer en in maart 2025 zal er waarschijnlijk een stevig debat gevoerd worden
over dit wetsvoorstel.
Zie ook:
- https://www.zipconomy.nl/2024/11/min-van-hijum-gaat-nog-eens-goed-naar-wet-vbar-kijken/
- https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zelfstandigen-zonder-personeel-zzp/voorkomen-van-schijnzelfstandigheid#zzp
3. Organisatorische inbedding van het werk is een doorslaggevend criterium bij de vraag of iemand als zzp’er mag werken
Dit klopt niet, want volgens de Hoge Raad moet je ‘holistisch’ naar de situatie kijken. Anders
gezegd: alle omstandigheden wegen mee. Uit het Deliveroo-arrest blijkt dat onder meer de
volgende criteria van belang zijn:
- Aard en duur van de werkzaamheden.
- De wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden bepaald.
- Inbedding van het werk en de persoon in de organisatie en bedrijfsvoering van de
opdrachtgever. - Het al dan niet bestaan van de verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren.
- De manier waarop de contractuele relatie tussen partijen is vormgegeven.
- De wijze van beloning en de hoogte van de beloning.
- Loopt de uitvoerder commercieel risico.
- Gedraagt de uitvoerder zich als ondernemer, bijvoorbeeld door te werken aan
reputatie en acquisitie? Is de uitvoerder fiscaal gezien ondernemer, hoeveel
opdrachtgevers heeft hij en hoe lang is de duur van de opdrachten?
4. Er geldt een beperkt aantal gezichtspunten om te beoordelen of er een arbeidsovereenkomst bestaat
Dit klopt niet, want in een holistische benadering doen alle omstandigheden van de
individuele situatie ertoe. Zie misverstand 3.
5. Ondernemerschap van de persoon is irrelevant of van ondergeschikt belang bij de beoordeling van arbeidsrelaties
Dit klopt niet, want in een holistische benadering doen alle criteria ertoe.
Toelichting: Zie misverstand 3. Deze misvatting is waarschijnlijk ontstaan door het nieuws
rondom het conceptwetsvoorstel VBAR. Daarin wordt ondernemerschap van de persoon als
ondergeschikt beschouwd. Criteria die specifiek te maken hebben met de opdracht, zijn
volgens VBAR het belangrijkst. Pas als er nog steeds twijfel bestaat over de arbeidsrelatie,
weegt ondernemerschap van de persoon mee. Maar vooralsnog is VBAR slechts een
wetsvoorstel, dus hier zal de Belastingdienst niet op handhaven.
Zie ook:
6. Er bestaan 100% compliant zzp-contracten
Dit klopt niet, want of een samenwerking voldoet aan de wet hangt uiteindelijk af van de
uitvoering en de feitelijke omstandigheden.
Toelichting:
Uiteindelijk kijkt een inspecteur naar hoe opdrachtgever en opdrachtnemer in de praktijk
samenwerken. Wat er op papier staat, is van ondergeschikt belang. Bepaalde partijen
beloven zogenaamde ‘Wet DBA-proof’-overeenkomsten, maar zulke contracten zijn
onmogelijk. Hiervoor betalen is weggegooid geld.
Een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst geeft wel wat houvast om te
voldoen aan wet- en regelgeving, maar het is nooit een garantie. De modelovereenkomsten
van onder andere Bovib, ABU, NBBU en RIM zijn verlengd en geldig tot in elk geval eind
2029.
Zie ook:
- https://www.zipconomy.nl/2024/12/handhaven-zonder-handhavingsmoratorium-meer-details-bekend-over-aanpak-belastingdienst/
- https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/handhavingsplan-arbeidsrelaties-lh0021z51fd.pdf
7. De meeste zzp’ers zijn uit noodzaak zzp’er
Dit klopt niet, veruit de meeste zelfstandig ondernemers kiezen bewust voor deze manier van
werken.
Toelichting:
Uit cijfers van CBS en TNO (2023) blijkt dat slechts 10% van de zzp’ers liever in loondienst zou werken. Dit percentage is al jaren ongeveer gelijk. Het aantal bewuste, hoogopgeleide zzp’ers die hun eigen arbeid verkopen, groeit zelfs. Dat blijkt uit analyse van Sjanne Marie van den Groenendaal in het rapport ‘De zzp’er bestaat wél’. Wie de zzp’er indeelt naar startmotieven, ziet dat de groep ‘gedwongen zzp’ers’ steeds kleiner wordt.
Zie ook:
- https://monitorarbeid.tno.nl/publicaties/rapport-zea-2023/
- https://www.zipconomy.nl/wp-content/uploads/2021/11/De-zzper-bestaat-wel_feiten-over-zelfstandigen-zonder-personeel.pdf
8. Zzp’ers scoren slecht op brede welvaart
Dit klopt niet, vrijwillige zelfstandig ondernemers ervaren juist een hogere brede welvaart dan
mensen in loondienst.
Toelichting:
Uit recent onderzoek van Rabobank blijkt dat zzp’ers die uit vrije wil zzp’er zijn geworden,
relatief veel brede welvaart hebben. Zij scoren 5,2 procent hoger dan mensen in loondienst.
Mensen die uit noodzaak zzp’er zijn geworden, scoren een 8,6 procent lagere brede welvaart
dan mensen in loondienst. Maar in punt 7 zagen we al dat dit slechts een heel klein deel is
van het geheel. Bovendien krimpt deze groep.
Zie ook: