De positie van de zzp’er wordt in vrijwel alle verkiezingsprogramma’s aangehaald. De RIM benadrukt dat de flexmarkt goed functioneert, zeker voor het hoger segment. Advies aan de politiek: bescherm de onderkant, maar laat de bovenkant eigen verantwoordelijkheid nemen.
De verkiezingen voor de Tweede Kamer staan voor de deur. Vrijwel alle partijen besteden aandacht aan de flexibele arbeidsmarkt en de positie van de zzp’er in het bijzonder. Centraal staan contractvormen, bescherming van de zelfstandige en mate van verplichting of keuzevrijheid daarin.
De Raad voor Interim Management (RIM) heeft eerder in het licht van de coronacrisis al benadrukt dat de flexmarkt wat hen betreft goed functioneert (zie dubbelinterview met IZO-NL). In een crisis is het in ieders belang dat de flexmarkt niet overhoop gehaald wordt. Als er constant wetswijzigingen over de markt worden uitgestrooid, veroorzaakt dat onnodige onrust. Ook in een post-coronatijd geldt dit, meent de RIM. Een grote groep mensen kiest er bewust voor om zelfstandig ondernemer te zijn. Zij willen eigen keuzes maken, zoeken autonomie en willen hun kennis met verschillende opdrachtgevers delen.
“Beperk deze groep zelfstandigen én de opdrachtgevers niet in hun mogelijkheden, dat leidt tot terughoudendheid en vraaguitval”, meent Geert-Jan Poorthuis, voorzitter van de werkgroep Governance bij de RIM. Volgens Désirée Simons, voorzitter van de RIM, zien zij veel organisaties worstelen met de flexibele schil. “Door wetgeving wordt het hen moeilijk gemaakt om (jonge) goedopgeleide mensen die bewust voor het zzp’er schap kiezen voor een organisatie te behouden. Terwijl het effect van projectmatig werken is dat het vast dienstverband steeds korter wordt en interim-management opdrachten langer. We zien nu vaak dat op die manier jongere talentvolle mensen verloren gaan voor een organisatie, terwijl er steeds weer energie verspild wordt met het inwerken van nieuwe mensen.”
Verstoren hoger segment
De RIM heeft er begrip voor dat de politiek de onderkant wil beschermen en onderschrijft die noodzaak. Maar zij pleit er wel voor de balans niet te verstoren in de segmenten waar het juist goed gaat. In de bovenkant van de markt zitten vooral hoogopgeleide mensen die bewust gekozen hebben voor een bestaan als zelfstandige. En daar zitten professionele bemiddelaars met een expertise op gebied van matching en begeleiding van de interim-manager. Poorthuis: “De RIM leden zorgen ervoor dat het wettelijk kader wordt nageleefd, dat de juiste -door de belastingdienst goedgekeurde (model)- contracten worden gebruikt en dat risico’s verzekerd zijn.”
De RIM ziet dat vanuit de politiek ingewikkelde oplossingen worden gezocht die ten koste gaan van de professie van interim-manager. Een voorbeeld van de verkeerde bril waardoor mensen vaak naar het vraagstuk vast – flex kijken is het advies van de commissie Borstlap dat wanneer werk dat ingebed is een organisatie, dat niet door een zelfstandige gedaan kan worden. In die lijn zien arbeidsrechtdeskundigen interim-management bij uitstek ook als ‘ingebed’ (zie hier)
“Interim-management vraagt om inzicht te krijgen hoe processen en mensen in organisaties werken. Daarvoor zal een interim-manager juist tijdelijk onderdeel van de organisatie moeten zijn om een goede analyse te kunnen maken en structurele veranderingen te kunnen doorvoeren,” meent Simons. “De cultuur van een organisatie doorgronden is bij wicked problems van groot belang. Het hoort bij de vaardigheden van de interim-manager om professionele afstand te bewaren en tegelijkertijd adviseur te zijn van directie of bestuur in zijn interim-rol. Maar als deze persoon niet meer de rol van adviseur of bestuurder kan vervullen omdat hij dan ingebed zou zijn, wordt zijn positie zwakker.”
Moderniseer instituties
Kern van de boodschap van Simons en Poorthuis aan de politiek is: richt je niet op het terugdringen van het aantal zzp’ers, maar op het moderniseren van de instituties. Beperk je tot zaken als arbeidsongeschiktheid, een pensioen voor alle werkenden en het hervormen van de zelfstandigenaftrek. Poorthuis: “Wat ik de politiek zou adviseren is om juist de zzp’ers meer ruimte te geven dan ze nu hebben. Dat is goed voor de economie en de arbeidsvreugde. Zorg tegelijk dat je de sociale zekerheid hervormt en arbeidscontract-neutraal maakt, door het meer aan het individu te koppelen dan aan het contract. Als je die angel eruit haalt hoef je niet moeilijk te doen over de vraag of een ICT’er of verandermanager nu werknemer of zzp’er is.”
Simons vult aan: “ik verwacht dat het aantal zzp’ers eerder zal toenemen dan afnemen. De verschillen tussen arbeidscontracten worden kleiner en zullen ook niet altijd meer een leven lang meegaan, door o.a. versoepeling van ontslagrecht. Gebruik de webmodule (pilot sinds januari, red.) voor het lagere segment waar een grijs gebied zit. Maar in de hogere segmenten voldoet de modelovereenkomst. Deze biedt ruimte voor specifieke opdrachten en specifieke expertise. Het is verspilling van energie en geld om deze systematiek weer overhoop te gooien. Richt een basisstelsel in voor de zzp’er maar hou de vrijheid voor de zzp’er om hierin keuzes te maken. Met andere woorden: stop met alle zzp’ers gelijk te willen behandelen.”