Ondanks een klein percentage van de totale inhuur van de Rijksoverheid, zijn de kosten voor inhuur interim-management in 2019 bijna verdubbeld. De RIM herkent dit beeld en ziet dit voor de toekomst niet structureel [1] veranderen.
Uitgaven aan extern personeel bij de Rijksoverheid zijn licht gedaald ten opzichte van 2018, van 10,7 procent naar 10,3 procent van de loonkosten. De totale kosten aan externe inhuur in 2019 stegen wel met 260 miljoen euro en bedroegen 1,66 miljard euro. Dat blijkt uit de jaarstukken van de verschillende departementen, die traditiegetrouw op de 3e woensdag in mei op ‘Verantwoordingsdag’ aan de Tweede Kamer zijn aangeboden.
Verdubbeling interim-management
Opvallend is de verdubbeling van uitgaven aan interim-management. Die stegen van 22 naar 42 miljoen euro, hoewel het aandeel inhuur interim-management op het totaal inhuur bij alle ministeries laag is, namelijk 3 procent.
Een vergelijking met de cijfers van 2018 laat zien dat de inhuurkosten interim-management bij slechts twee departementen gedaald zijn. Drie departementen blijven ongeveer gelijk en er zijn zes stijgers. Drie departementen vallen op: bij twee daarvan is de toename van inhuurkosten bijna drie keer zo hoog als in 2018 (BZK en Financiën). Defensie spant de kroon met bijna een verachtvoudiging van inhuurkosten op interim-management.
Mantelovereenkomst
In 2016 is via een openbare aanbesteding de inhuur van interim-management voor de duur van vier jaar aan vijf partijen gegund: Atos, Deloitte, De Galan Groep, KPMG en PWC. Vier van de vijf partijen leveren, gezien het expertisegebied, veelal specialisten in Finance en IT. De Galan Groep, tevens lid van de Raad voor Interim Management (RIM), levert zowel specialisten als generalisten. Andere RIM-bureaus zijn buiten deze mantel ook actief bij diverse onderdelen van de overheid.
Michel de Kok van De Galan Groep herkent de grootverbruikers
en kan ook oorzaken benoemen. De afhandeling van aardbevingsschade in Groningen
(BZK) en verlies van capaciteit en deskundigheid door een te ruime uitstroomregeling
(Belastingdienst/Financiën) noopte de overheid om externen in te huren. De Kok
plaatst wel kanttekeningen bij de cijfers en geeft aan dat de werkelijke inhuur
van interim-management wellicht hoger ligt. “Zo worden kosten voor
interim-programmamanagers vaak geboekt op de post van de advieskosten waar het
mee begon. De uitgaven worden verantwoord waar het budget primair is opgesteld,
vertelt De Kok, hetgeen een vertekend beeld geeft.“
De RIM verwacht dat inhuur van interim-management niet
structureel[1] zal
afnemen. De overheid wenst namelijk dat de eigen organisatie meer resultaatgericht
gaat werken. Bovendien zijn er vaak onvoldoende prikkels om doelmatigheid te
vergroten, dit is een cultuuraspect dat niet zomaar verandert. Bij beide elementen
kunnen externe interim-managers een belangrijke rol bij spelen.
[1] De effecten van de coronacrisis op korte termijn daargelaten